Toggle navigation
FinanceLogic
English
Video's
5. Waarde project (NPV)
Q1. Opgave 1
Een onderneming overweegt om op 1 januari 2021 een extra machine aan te schaffen vanwege een toegenomen vraag naar haar producten. De machine vergt een investering van € 850.000 en heeft een economische levensduur van 6 jaar. De machine wordt met vaste bedragen per jaar afgeschreven. Bij de bepaling van de hoogte van de afschrijving wordt rekening gehouden met een restwaarde van € 70.000 zijnde het bedrag waarvoor de machine naar verwachting na 6 jaar kan worden verkocht. De machine vereist bij ingebruikname een investering in extra voorraad van € 50.000 aan het begin van het project. De controller van de onderneming heeft voor dit project berekeningen gemaakt die resulteren in de volgende informatie over de gevolgen van het project. De winstbelasting bedraagt 20%. Aangenomen mag worden dat alle kasstromen van het project steeds aan het einde van het betreffende jaar vervallen, met uitzondering van de investeringen in de machine en in de extra voorraad die gedaan worden aan het begin van 2021. De kostenvoet van dit project is 8%. De eerste vraag luidt. Zal de kostenvoet van dit project min of meer in lijn liggen met de WACC van de onderneming?
ja
nee
ja en nee
weet niet
Q2. Opgave 2
Bepaal de kasstromen van dit project die aan het eind van de jaren 2021, 2022, 2023, 2024, 2025, en aan het eind van 2026 ontvangen worden.
255.000 voor 2021; 489.000 voor 2026
256.000 voor 2021; 492.000 voor 2026
278.000 voor 2021; 494.000 voor 2026
250.000 voor 2021; 474.000 voor 2026
Q3. Opgave 3
Bereken de netto contante waarde (NCW) van dit project aan het begin van 2021 en geef aan of het project moet worden uitgevoerd of niet.
675.000; ja
780.876; nee
730.598; ja
670.000; nee
Q4. Opgave 4
Is het interne rendement (IRR) van dit project hoger of lager dan 8%?
hoger
lager
geen idee
lager en hoger
Q5. Opgave 5
Stel dat de directie eist dat het project binnen 3,5 jaar moet zijn terugverdiend. Wordt dan aan deze eis voldaan? Ga bij de berekening van de terugverdientijd er vanuit dat de kasstromen van opgave 2 gelijkmatig over het jaar binnenkomen.
ja en nee
geen idee
nee
ja
Q6. Opgave 6
Stel dat de investering in extra benodigde voorraad aan het begin van het project hoger zou zijn de genoemde € 50.000. Welke gevolgen heeft dat voor de netto contante waarde (NCW) van het project? U hoeft geen berekening te maken, het gaat om de beredenering.
per saldo positief effect op NCW
per saldo negatief effect op NCW
per saldo geen effect op NCW
geen idee
Q7. Opgave 7
Stel dat de overheid de investeringen wil stimuleren in de regio waar de onderneming is gevestigd, en daarom een versnelde fiscale afschrijving toestaat op de nieuw aangekochte machine. Het totale bedrag aan afschrijving dat op de machine normaal over 6 jaar verdeeld moet worden mag daardoor voor de helft al in 2021 en voor de andere helft al in 2022 ten laste van de fiscale winst worden gebracht. Bereken het bedrag waarmee de netto contante waarde (NCW) als gevolg van deze fiscale maatregel zal toenemen.
18.900
18.700
19.000
18.800
Q8. Opgave 8
Stel dat het project wordt uitgevoerd en dat 1 jaar later (dus begin 2022) een nieuw type machine op de markt komt die besparingen mogelijk maakt op het verbruik aan grondstoffen. De directie besluit echter de begin 2021 gekochte machine niet te vervangen omdat dan een aanzienlijk boekverlies op die machine moet worden genomen. Steunt u dit besluit van de directie?
geen idee
ja, voegt waarde toe
ja, voegt geen waarde toe
nee, voegt geen waarde toe
Uitslag!