5. Waarde project (NPV)

  • Q1. Opgave 1

    Schermafbeelding 2021 03 24 om 15.55.09

    Een onderneming overweegt om op 1 januari 2021 een extra machine aan te schaffen vanwege een toegenomen vraag naar haar producten. De machine vergt een investering van € 850.000 en heeft een economische levensduur van 6 jaar. De machine wordt met vaste bedragen per jaar afgeschreven. Bij de bepaling van de hoogte van de afschrijving wordt rekening gehouden met een restwaarde van € 70.000 zijnde het bedrag waarvoor de machine naar verwachting na 6 jaar kan worden verkocht. De machine vereist bij ingebruikname een investering in extra voorraad van € 50.000 aan het begin van het project. De controller van de onderneming heeft voor dit project berekeningen gemaakt die resulteren in de volgende informatie over de gevolgen van het project. De winstbelasting bedraagt 20%. Aangenomen mag worden dat alle kasstromen van het project steeds aan het einde van het betreffende jaar vervallen, met uitzondering van de investeringen in de machine en in de extra voorraad die gedaan worden aan het begin van 2021. De kostenvoet van dit project is 8%. De eerste vraag luidt. Zal de kostenvoet van dit project min of meer in lijn liggen met de WACC van de onderneming?

  • Q2. Opgave 2

    Bepaal de kasstromen van dit project die aan het eind van de jaren 2021, 2022, 2023, 2024, 2025, en aan het eind van 2026 ontvangen worden.

  • Q3. Opgave 3

    Bereken de netto contante waarde (NCW) van dit project aan het begin van 2021 en geef aan of het project moet worden uitgevoerd of niet.

  • Q4. Opgave 4

    Is het interne rendement (IRR) van dit project hoger of lager dan 8%?

  • Q5. Opgave 5

    Stel dat de directie eist dat het project binnen 3,5 jaar moet zijn terugverdiend. Wordt dan aan deze eis voldaan? Ga bij de berekening van de terugverdientijd er vanuit dat de kasstromen van opgave 2 gelijkmatig over het jaar binnenkomen.

  • Q6. Opgave 6

    Stel dat de investering in extra benodigde voorraad aan het begin van het project hoger zou zijn de genoemde € 50.000. Welke gevolgen heeft dat voor de netto contante waarde (NCW) van het project? U hoeft geen berekening te maken, het gaat om de beredenering.

  • Q7. Opgave 7

    Stel dat de overheid de investeringen wil stimuleren in de regio waar de onderneming is gevestigd, en daarom een versnelde fiscale afschrijving toestaat op de nieuw aangekochte machine. Het totale bedrag aan afschrijving dat op de machine normaal over 6 jaar verdeeld moet worden mag daardoor voor de helft al in 2021 en voor de andere helft al in 2022 ten laste van de fiscale winst worden gebracht. Bereken het bedrag waarmee de netto contante waarde (NCW) als gevolg van deze fiscale maatregel zal toenemen.

  • Q8. Opgave 8

    Stel dat het project wordt uitgevoerd en dat 1 jaar later (dus begin 2022) een nieuw type machine op de markt komt die besparingen mogelijk maakt op het verbruik aan grondstoffen. De directie besluit echter de begin 2021 gekochte machine niet te vervangen omdat dan een aanzienlijk boekverlies op die machine moet worden genomen. Steunt u dit besluit van de directie?